Osteopathie vandaag

In België heeft een vakbekwame osteopaat een meerjarige professionele postgraduele opleiding gevolgd, waarin hij een grondige medische kennis heeft vergaard om naa rzijn beste weten en bekwaamheid de patiënten te onderzoeken en te behandelen. 

 

Sinds 2007 wordt een osteopathische behandeling terugbetaald door de mutualiteiten. Een stap vooruit in de officiële erkenning van de discipline. Om van een terugbetaling te genieten, dient de osteopaat wel te voldoen aanverschillende normen :

 

  • de osteopaat dient een proefschrift afgelegd te hebben en in het bezit te zijn van een einddiploma osteopathie dat aanvaard wordt door de ziekenfondsen
  • een beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor osteopathie hebben gedurende de ganse periode dat hij/zij als osteopaat werkzaam is
  • de osteopaten die tevens kinesitherapie uitoefenen ondertekenen een verklaring dat ze geen kinesitherapie Riziv-prestatie factureren indien de patiënt reeds voor die dag een "Attest osteopathie" voor een osteopathiebehandeling ontvangt
  • de osteopaat levert bij elke behandeling een volledig ingevuld universeel intermutualistisch attest af.
  • De terugbetaling wordt berekend per persoon en gebeurt op basis van het door de osteopaat afgeleverde kwijtschrift. Het totaal aantal terugbetalingen is beperkt tot 5 per kalenderjaar.

Wettige uitoefening van het beroep :

 

Om niet schuldig te zijn aan het onwettig uitoefenen van de geneeskundestelt de "Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België” in haar laatsteadvies,  dat de osteopaat een vooropleiding geneeskunde of kinesitherapiedient te hebben gevolgd.

 

Zij vermeldt hierbij tevens dat, indien in de toekomst in deze toestand enigeverandering komt, er toch een aantal fundamentele vragen zullen beantwoordmoeten worden inzake de erkenning van osteopaten die noch arts, nochkinesitherapeut zijn, nl. over de term “osteopathische verstrekking” en over de inhoud en kwaliteit van de opleiding om de titel van osteopaat te mogendragen. (Publicatie: Jaarboek en Verslagen van de Koninklijke Academie voorGeneeskunde van België, 65 (2003), pp. 173-174.)